zich de – phrases

Terms for subject Transport containing zich de | all forms | in specified order only

Dutch	English
dat het vliegtuig zich te dicht bij de grond bevindt	undue proximity to the ground
de passagier heeft zich tijdig voor het inschecken gepresenteerd	the passenger presented himself within the required time limit for check-in
de wel vormt zich	the spring flows
het vaarwater splitst zich in twee takken	the navigable water-way divides
het water zoekt zich een uitweg	the water seeks an outlet
hoek waarop zich het geleidelijk volstromen voordoet	angle at which the progressive flooding occurs
hoogte waarop een motor uitvalt/een motorstoring zich voordoet	engine failure height
personeel dat zich over de passagiers ontfermt/zich met de passagiers bezighoudt	passenger handling staff
reiziger die zich naar een andere Lid-Staat begeeft	traveller to another Member State
zich automatisch opblazen wanneer het schip zinkt	to inflate automatically when the ship sinks
zich goed of slecht houden in het gebruik	in-service behaviour
zich goed of slecht houden in het gebruik	performance in service
zich goed of slecht houden in het gebruik	behaviour in service
zich niet houden aan de dienstregeling	non-observance of the timetable