![]() |
Subject | Russian | Dutch |
gen. | проявлять себя, раскрыться | ontpoppen (OlgaUtrecht) |
fig.of.sp. | раскрыть кому-л. глаза на правду | iemand met de neus op de feiten drukken (sevikus) |
gen. | раскрыть душу | zijn boezem lucht geven |
gen. | раскрыть чьи-л. замыслы | iets uit de doeken doen |
gen. | книгу, газету раскрыть, развернуть, откинуть, распахнуть | openvouwen (= openslaan Сова) |
gen. | раскрыть рот | zijn sluis openzetten |
math.anal. | раскрыть скобки | haakjes wegwerken (S.Zemskov) |
gen. | широко раскрыть | opensperren ((sperde open, heeft opengesperd), wijd van een doen gaan, zodat een grote opening ontstaat:: de slang sperde haar kaken open; — zijn neusgaten sperden zich open. Сова) |