households – phrases

Terms for subject Law containing households | all forms

English	Dutch
expenditure by households	eindverbruik in de gezinshuishoudingen
expenditure by households	finaal verbruik door de gezinshuishoudingen
expenditure by households	gezinsconsumptie
expenditure by households	finaal verbruik van gezinshuishoudingen
expenditure by households	particuliere consumptie
expenditure by households	uiteindelijk verbruik van de gezinshuishouding
expenditure by households	particulier verbruik
expenditure by households	eindconsumptie in de gezinshuishoudingen
final consumption of households	gezinsconsumptie
final consumption of households	particuliere consumptie
final consumption of households	eindverbruik in de gezinshuishoudingen
final consumption of households	eindconsumptie in de gezinshuishoudingen
final consumption of households	finaal verbruik door de gezinshuishoudingen
final consumption of households	particulier verbruik
final consumption of households	finaal verbruik van gezinshuishoudingen
final consumption of households	uiteindelijk verbruik van de gezinshuishouding
household expenditure	eindverbruik in de gezinshuishoudingen
household expenditure	uiteindelijk verbruik van de gezinshuishouding
household expenditure	particuliere consumptie
household expenditure	eindconsumptie in de gezinshuishoudingen
household spending	eindconsumptie in de gezinshuishoudingen
household spending	particuliere consumptie
household spending	eindverbruik in de gezinshuishoudingen
household spending	uiteindelijk verbruik van de gezinshuishouding
member of the household	huisgenoot
member of the household	gezinslid
power conferred upon the spouse in the interest of the household	sleutelmacht
power conferred upon the spouse in the interest of the household	huismacht

Get short URL