DictionaryForumContacts

Morphology analysis
versnijden (208) | Verb
1 versnijden
2 versnijdend
3 versneden
4 versnijd
5 versnijdt
6 versnijdt
7 versnijden
8 versnijden
9 versnijden
10 versneden
11 versneden
12 versneden
13 versneden
14 versneden
15 versneden
16 versneed
17 versneed
18 versneed
19 versneden
20 versneden
21 versneden
22 versneden
23 versneden
24 versneden
25 versneden
26 versneden
27 versneden
28 versnijden
29 versnijden
30 versnijden
31 versnijden
32 versnijden
33 versnijden
34 versneden
35 versneden
36 versneden
37 versneden
38 versneden
39 versneden
40 versnijden
41 versnijden
42 versnijden
43 versnijden
44 versnijden
45 versnijden
46 versneden
47 versneden
48 versneden
49 versneden
50 versneden
51 versneden
52 versnijd