DictionaryForumContacts

Morphology analysis
rechtvaardigen (1107) | Verb
1 rechtvaardigen
2 rechtvaardigend
3 rechtgevaardigd
4 recht
5 recht
6 recht
7 recht
8 recht
9 recht
10 rechtgevaardigd
11 rechtgevaardigd
12 rechtgevaardigd
13 rechtgevaardigd
14 rechtgevaardigd
15 rechtgevaardigd
16 recht
17 recht
18 recht
19 recht
20 recht
21 recht
22 rechtgevaardigd
23 rechtgevaardigd
24 rechtgevaardigd
25 rechtgevaardigd
26 rechtgevaardigd
27 rechtgevaardigd
28 rechtvaardigen
29 rechtvaardigen
30 rechtvaardigen
31 rechtvaardigen
32 rechtvaardigen
33 rechtvaardigen
34 rechtgevaardigd
35 rechtgevaardigd
36 rechtgevaardigd
37 rechtgevaardigd
38 rechtgevaardigd
39 rechtgevaardigd
40 rechtvaardigen
41 rechtvaardigen
42 rechtvaardigen
43 rechtvaardigen
44 rechtvaardigen
45 rechtvaardigen
46 rechtgevaardigd
47 rechtgevaardigd
48 rechtgevaardigd
49 rechtgevaardigd
50 rechtgevaardigd
51 rechtgevaardigd
52 recht
rechtmaken (14) | Verb
1 rechtmaken
2 rechtmakend
3 rechtgemaakt
4 recht
5 recht
6 recht
7 recht
8 recht
9 recht
10 rechtgemaakt
11 rechtgemaakt
12 rechtgemaakt
13 rechtgemaakt
14 rechtgemaakt
15 rechtgemaakt
16 recht
17 recht
18 recht
19 recht
20 recht
21 recht
22 rechtgemaakt
23 rechtgemaakt
24 rechtgemaakt
25 rechtgemaakt
26 rechtgemaakt
27 rechtgemaakt
28 rechtmaken
29 rechtmaken
30 rechtmaken
31 rechtmaken
32 rechtmaken
33 rechtmaken
34 rechtgemaakt
35 rechtgemaakt
36 rechtgemaakt
37 rechtgemaakt
38 rechtgemaakt
39 rechtgemaakt
40 rechtmaken
41 rechtmaken
42 rechtmaken
43 rechtmaken
44 rechtmaken
45 rechtmaken
46 rechtgemaakt
47 rechtgemaakt
48 rechtgemaakt
49 rechtgemaakt
50 rechtgemaakt
51 rechtgemaakt
52 recht
rechtspreken (31) | Verb
1 rechtspreken
2 rechtsprekend
3 rechtgesproken
4 recht
5 recht
6 recht
7 recht
8 recht
9 recht
10 rechtgesproken
11 rechtgesproken
12 rechtgesproken
13 rechtgesproken
14 rechtgesproken
15 rechtgesproken
16 recht
17 recht
18 recht
19 recht
20 recht
21 recht
22 rechtgesproken
23 rechtgesproken
24 rechtgesproken
25 rechtgesproken
26 rechtgesproken
27 rechtgesproken
28 rechtspreken
29 rechtspreken
30 rechtspreken
31 rechtspreken
32 rechtspreken
33 rechtspreken
34 rechtgesproken
35 rechtgesproken
36 rechtgesproken
37 rechtgesproken
38 rechtgesproken
39 rechtgesproken
40 rechtspreken
41 rechtspreken
42 rechtspreken
43 rechtspreken
44 rechtspreken
45 rechtspreken
46 rechtgesproken
47 rechtgesproken
48 rechtgesproken
49 rechtgesproken
50 rechtgesproken
51 rechtgesproken
52 recht
rechtzetten (79) | Verb
1 rechtzetten
2 rechtzettend
3 rechtgezet
4 recht
5 recht
6 recht
7 recht
8 recht
9 recht
10 rechtgezet
11 rechtgezet
12 rechtgezet
13 rechtgezet
14 rechtgezet
15 rechtgezet
16 recht
17 recht
18 recht
19 recht
20 recht
21 recht
22 rechtgezet
23 rechtgezet
24 rechtgezet
25 rechtgezet
26 rechtgezet
27 rechtgezet
28 rechtzetten
29 rechtzetten
30 rechtzetten
31 rechtzetten
32 rechtzetten
33 rechtzetten
34 rechtgezet
35 rechtgezet
36 rechtgezet
37 rechtgezet
38 rechtgezet
39 rechtgezet
40 rechtzetten
41 rechtzetten
42 rechtzetten
43 rechtzetten
44 rechtzetten
45 rechtzetten
46 rechtgezet
47 rechtgezet
48 rechtgezet
49 rechtgezet
50 rechtgezet
51 rechtgezet
52 recht
recht (507) | Noun, neuter
recht
-
recht (3557) | Adjective
recht
rechte
rechter
rechters
rechtere
rechtst
rechtste
rechten
recht (1288) | Noun, neuter
recht
rechten (16062) | Verb
1 aanrechten
2 aanrechtend
3 aangerecht
4 recht
5 recht
6 recht
7 rechten
8 rechten
9 rechten
10 aangerecht
11 aangerecht
12 aangerecht
13 aangerecht
14 aangerecht
15 aangerecht
16 rechtte
17 rechtte
18 rechtte
19 rechtten
20 rechtten
21 rechtten
22 aangerecht
23 aangerecht
24 aangerecht
25 aangerecht
26 aangerecht
27 aangerecht
28 aanrechten
29 aanrechten
30 aanrechten
31 aanrechten
32 aanrechten
33 aanrechten
34 aangerecht
35 aangerecht
36 aangerecht
37 aangerecht
38 aangerecht
39 aangerecht
40 aanrechten
41 aanrechten
42 aanrechten
43 aanrechten
44 aanrechten
45 aanrechten
46 aangerecht
47 aangerecht
48 aangerecht
49 aangerecht
50 aangerecht
51 aangerecht
52 recht
rechtzien (5) | Verb
1 rechtzien
2 rechtziend
3 rechtgezien
4 recht
5 recht
6 recht
7 recht
8 recht
9 recht
10 rechtgezien
11 rechtgezien
12 rechtgezien
13 rechtgezien
14 rechtgezien
15 rechtgezien
16 recht
17 recht
18 recht
19 recht
20 recht
21 recht
22 rechtgezien
23 rechtgezien
24 rechtgezien
25 rechtgezien
26 rechtgezien
27 rechtgezien
28 rechtzien
29 rechtzien
30 rechtzien
31 rechtzien
32 rechtzien
33 rechtzien
34 rechtgezien
35 rechtgezien
36 rechtgezien
37 rechtgezien
38 rechtgezien
39 rechtgezien
40 rechtzien
41 rechtzien
42 rechtzien
43 rechtzien
44 rechtzien
45 rechtzien
46 rechtgezien
47 rechtgezien
48 rechtgezien
49 rechtgezien
50 rechtgezien
51 rechtgezien
52 recht
rechtstaan (14) | Verb
1 rechtstaan
2 rechtstaand
3 rechtgestaan
4 recht
5 recht
6 recht
7 recht
8 recht
9 recht
10 rechtgestaan
11 rechtgestaan
12 rechtgestaan
13 rechtgestaan
14 rechtgestaan
15 rechtgestaan
16 recht
17 recht
18 recht
19 recht
20 recht
21 recht
22 rechtgestaan
23 rechtgestaan
24 rechtgestaan
25 rechtgestaan
26 rechtgestaan
27 rechtgestaan
28 rechtstaan
29 rechtstaan
30 rechtstaan
31 rechtstaan
32 rechtstaan
33 rechtstaan
34 rechtgestaan
35 rechtgestaan
36 rechtgestaan
37 rechtgestaan
38 rechtgestaan
39 rechtgestaan
40 rechtstaan
41 rechtstaan
42 rechtstaan
43 rechtstaan
44 rechtstaan
45 rechtstaan
46 rechtgestaan
47 rechtgestaan
48 rechtgestaan
49 rechtgestaan
50 rechtgestaan
51 rechtgestaan
52 recht
rechten (12) | Verb
1 rechten
2 rechtend
3 gerochten
4 recht
5 recht
6 recht
7 rechten
8 rechten
9 rechten
10 gerochten
11 gerochten
12 gerochten
13 gerochten
14 gerochten
15 gerochten
16 rocht
17 rocht
18 rocht
19 rochten
20 rochten
21 rochten
22 gerochten
23 gerochten
24 gerochten
25 gerochten
26 gerochten
27 gerochten
28 rechten
29 rechten
30 rechten
31 rechten
32 rechten
33 rechten
34 gerochten
35 gerochten
36 gerochten
37 gerochten
38 gerochten
39 gerochten
40 rechten
41 rechten
42 rechten
43 rechten
44 rechten
45 rechten
46 gerochten
47 gerochten
48 gerochten
49 gerochten
50 gerochten
51 gerochten
52 recht