DictionaryForumContacts

Morphology analysis
opvorderen (8) | Verb
1 opvorderen
2 opvorderend
3 geopvordoren
4 opvordeer
5 opvordeert
6 opvordeert
7 opvorderen
8 opvorderen
9 opvorderen
10 geopvordoren
11 geopvordoren
12 geopvordoren
13 geopvordoren
14 geopvordoren
15 geopvordoren
16 opvordoor
17 opvordoor
18 opvordoor
19 opvordoren
20 opvordoren
21 opvordoren
22 geopvordoren
23 geopvordoren
24 geopvordoren
25 geopvordoren
26 geopvordoren
27 geopvordoren
28 opvorderen
29 opvorderen
30 opvorderen
31 opvorderen
32 opvorderen
33 opvorderen
34 geopvordoren
35 geopvordoren
36 geopvordoren
37 geopvordoren
38 geopvordoren
39 geopvordoren
40 opvorderen
41 opvorderen
42 opvorderen
43 opvorderen
44 opvorderen
45 opvorderen
46 geopvordoren
47 geopvordoren
48 geopvordoren
49 geopvordoren
50 geopvordoren
51 geopvordoren
52 opvordeer