DictionaryForumContacts

Morphology analysis
tegenkomen (13515) | Verb
1 tegenkomen
2 tegenkomend
3 tegengekomen
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengekomen
11 tegengekomen
12 tegengekomen
13 tegengekomen
14 tegengekomen
15 tegengekomen
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengekomen
23 tegengekomen
24 tegengekomen
25 tegengekomen
26 tegengekomen
27 tegengekomen
28 tegenkomen
29 tegenkomen
30 tegenkomen
31 tegenkomen
32 tegenkomen
33 tegenkomen
34 tegengekomen
35 tegengekomen
36 tegengekomen
37 tegengekomen
38 tegengekomen
39 tegengekomen
40 tegenkomen
41 tegenkomen
42 tegenkomen
43 tegenkomen
44 tegenkomen
45 tegenkomen
46 tegengekomen
47 tegengekomen
48 tegengekomen
49 tegengekomen
50 tegengekomen
51 tegengekomen
52 tegen
tegenspreken (20) | Verb
1 tegenspreken
2 tegensprekend
3 tegengesproken
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengesproken
11 tegengesproken
12 tegengesproken
13 tegengesproken
14 tegengesproken
15 tegengesproken
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengesproken
23 tegengesproken
24 tegengesproken
25 tegengesproken
26 tegengesproken
27 tegengesproken
28 tegenspreken
29 tegenspreken
30 tegenspreken
31 tegenspreken
32 tegenspreken
33 tegenspreken
34 tegengesproken
35 tegengesproken
36 tegengesproken
37 tegengesproken
38 tegengesproken
39 tegengesproken
40 tegenspreken
41 tegenspreken
42 tegenspreken
43 tegenspreken
44 tegenspreken
45 tegenspreken
46 tegengesproken
47 tegengesproken
48 tegengesproken
49 tegengesproken
50 tegengesproken
51 tegengesproken
52 tegen
tegenvallen (3) | Verb
1 tegenvallen
2 tegenvallend
3 tegengevallen
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengevallen
11 tegengevallen
12 tegengevallen
13 tegengevallen
14 tegengevallen
15 tegengevallen
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengevallen
23 tegengevallen
24 tegengevallen
25 tegengevallen
26 tegengevallen
27 tegengevallen
28 tegenvallen
29 tegenvallen
30 tegenvallen
31 tegenvallen
32 tegenvallen
33 tegenvallen
34 tegengevallen
35 tegengevallen
36 tegengevallen
37 tegengevallen
38 tegengevallen
39 tegengevallen
40 tegenvallen
41 tegenvallen
42 tegenvallen
43 tegenvallen
44 tegenvallen
45 tegenvallen
46 tegengevallen
47 tegengevallen
48 tegengevallen
49 tegengevallen
50 tegengevallen
51 tegengevallen
52 tegen
tegenwerken (31) | Verb
1 tegenwerken
2 tegenwerkend
3 tegengewerkt
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengewerkt
11 tegengewerkt
12 tegengewerkt
13 tegengewerkt
14 tegengewerkt
15 tegengewerkt
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengewerkt
23 tegengewerkt
24 tegengewerkt
25 tegengewerkt
26 tegengewerkt
27 tegengewerkt
28 tegenwerken
29 tegenwerken
30 tegenwerken
31 tegenwerken
32 tegenwerken
33 tegenwerken
34 tegengewerkt
35 tegengewerkt
36 tegengewerkt
37 tegengewerkt
38 tegengewerkt
39 tegengewerkt
40 tegenwerken
41 tegenwerken
42 tegenwerken
43 tegenwerken
44 tegenwerken
45 tegenwerken
46 tegengewerkt
47 tegengewerkt
48 tegengewerkt
49 tegengewerkt
50 tegengewerkt
51 tegengewerkt
52 tegen
tegengaan (88) | Verb
1 tegengaan
2 tegengaand
3 tegengegaan
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengegaan
11 tegengegaan
12 tegengegaan
13 tegengegaan
14 tegengegaan
15 tegengegaan
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengegaan
23 tegengegaan
24 tegengegaan
25 tegengegaan
26 tegengegaan
27 tegengegaan
28 tegengaan
29 tegengaan
30 tegengaan
31 tegengaan
32 tegengaan
33 tegengaan
34 tegengegaan
35 tegengegaan
36 tegengegaan
37 tegengegaan
38 tegengegaan
39 tegengegaan
40 tegengaan
41 tegengaan
42 tegengaan
43 tegengaan
44 tegengaan
45 tegengaan
46 tegengegaan
47 tegengegaan
48 tegengegaan
49 tegengegaan
50 tegengegaan
51 tegengegaan
52 tegen
tegenhouden (91) | Verb
1 tegenhouden
2 tegenhoudend
3 tegengehouden
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegen
11 tegengehouden
12 tegengehouden
13 tegengehouden
14 tegengehouden
15 tegengehouden
16 tegengehouden
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegen
23 tegengehouden
24 tegengehouden
25 tegengehouden
26 tegengehouden
27 tegengehouden
28 tegengehouden
29 tegenhouden
30 tegenhouden
31 tegenhouden
32 tegenhouden
33 tegenhouden
34 tegenhouden
35 tegengehouden
36 tegengehouden
37 tegengehouden
38 tegengehouden
39 tegengehouden
40 tegengehouden
41 tegenhouden
42 tegenhouden
43 tegenhouden
44 tegenhouden
45 tegenhouden
46 tegenhouden
47 tegengehouden
48 tegengehouden
49 tegengehouden
50 tegengehouden
51 tegengehouden
52 tegengehouden
53 tegen
54 tegen
tegenlachen (1) | Verb
1 tegenlachen
2 tegenlachend
3 tegengelachen
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengelachen
11 tegengelachen
12 tegengelachen
13 tegengelachen
14 tegengelachen
15 tegengelachen
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengelachen
23 tegengelachen
24 tegengelachen
25 tegengelachen
26 tegengelachen
27 tegengelachen
28 tegenlachen
29 tegenlachen
30 tegenlachen
31 tegenlachen
32 tegenlachen
33 tegenlachen
34 tegengelachen
35 tegengelachen
36 tegengelachen
37 tegengelachen
38 tegengelachen
39 tegengelachen
40 tegenlachen
41 tegenlachen
42 tegenlachen
43 tegenlachen
44 tegenlachen
45 tegenlachen
46 tegengelachen
47 tegengelachen
48 tegengelachen
49 tegengelachen
50 tegengelachen
51 tegengelachen
52 tegen
tegenlopen (2) | Verb
1 tegenlopen
2 tegenlopend
3 tegengelopen
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengelopen
11 tegengelopen
12 tegengelopen
13 tegengelopen
14 tegengelopen
15 tegengelopen
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengelopen
23 tegengelopen
24 tegengelopen
25 tegengelopen
26 tegengelopen
27 tegengelopen
28 tegenlopen
29 tegenlopen
30 tegenlopen
31 tegenlopen
32 tegenlopen
33 tegenlopen
34 tegengelopen
35 tegengelopen
36 tegengelopen
37 tegengelopen
38 tegengelopen
39 tegengelopen
40 tegenlopen
41 tegenlopen
42 tegenlopen
43 tegenlopen
44 tegenlopen
45 tegenlopen
46 tegengelopen
47 tegengelopen
48 tegengelopen
49 tegengelopen
50 tegengelopen
51 tegengelopen
52 tegen
tegenpraten (5) | Verb
1 tegenpraten
2 tegenpratend
3 tegengepraat
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengepraat
11 tegengepraat
12 tegengepraat
13 tegengepraat
14 tegengepraat
15 tegengepraat
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengepraat
23 tegengepraat
24 tegengepraat
25 tegengepraat
26 tegengepraat
27 tegengepraat
28 tegenpraten
29 tegenpraten
30 tegenpraten
31 tegenpraten
32 tegenpraten
33 tegenpraten
34 tegengepraat
35 tegengepraat
36 tegengepraat
37 tegengepraat
38 tegengepraat
39 tegengepraat
40 tegenpraten
41 tegenpraten
42 tegenpraten
43 tegenpraten
44 tegenpraten
45 tegenpraten
46 tegengepraat
47 tegengepraat
48 tegengepraat
49 tegengepraat
50 tegengepraat
51 tegengepraat
52 tegen
tegenslaan (1) | Verb
1 tegenslaan
2 tegenslaand
3 tegengeslagen
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengeslagen
11 tegengeslagen
12 tegengeslagen
13 tegengeslagen
14 tegengeslagen
15 tegengeslagen
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengeslagen
23 tegengeslagen
24 tegengeslagen
25 tegengeslagen
26 tegengeslagen
27 tegengeslagen
28 tegenslaan
29 tegenslaan
30 tegenslaan
31 tegenslaan
32 tegenslaan
33 tegenslaan
34 tegengeslagen
35 tegengeslagen
36 tegengeslagen
37 tegengeslagen
38 tegengeslagen
39 tegengeslagen
40 tegenslaan
41 tegenslaan
42 tegenslaan
43 tegenslaan
44 tegenslaan
45 tegenslaan
46 tegengeslagen
47 tegengeslagen
48 tegengeslagen
49 tegengeslagen
50 tegengeslagen
51 tegengeslagen
52 tegen
tegenstaan (6) | Verb
1 tegenstaan
2 tegenstaand
3 tegengestaan
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengestaan
11 tegengestaan
12 tegengestaan
13 tegengestaan
14 tegengestaan
15 tegengestaan
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengestaan
23 tegengestaan
24 tegengestaan
25 tegengestaan
26 tegengestaan
27 tegengestaan
28 tegenstaan
29 tegenstaan
30 tegenstaan
31 tegenstaan
32 tegenstaan
33 tegenstaan
34 tegengestaan
35 tegengestaan
36 tegengestaan
37 tegengestaan
38 tegengestaan
39 tegengestaan
40 tegenstaan
41 tegenstaan
42 tegenstaan
43 tegenstaan
44 tegenstaan
45 tegenstaan
46 tegengestaan
47 tegengestaan
48 tegengestaan
49 tegengestaan
50 tegengestaan
51 tegengestaan
52 tegen
tegenstellen (3) | Verb
1 tegenstellen
2 tegenstellend
3 tegengesteld
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengesteld
11 tegengesteld
12 tegengesteld
13 tegengesteld
14 tegengesteld
15 tegengesteld
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengesteld
23 tegengesteld
24 tegengesteld
25 tegengesteld
26 tegengesteld
27 tegengesteld
28 tegenstellen
29 tegenstellen
30 tegenstellen
31 tegenstellen
32 tegenstellen
33 tegenstellen
34 tegengesteld
35 tegengesteld
36 tegengesteld
37 tegengesteld
38 tegengesteld
39 tegengesteld
40 tegenstellen
41 tegenstellen
42 tegenstellen
43 tegenstellen
44 tegenstellen
45 tegenstellen
46 tegengesteld
47 tegengesteld
48 tegengesteld
49 tegengesteld
50 tegengesteld
51 tegengesteld
52 tegen
tegenstemmen (1) | Verb
1 tegenstemmen
2 tegenstemmend
3 tegengestemd
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengestemd
11 tegengestemd
12 tegengestemd
13 tegengestemd
14 tegengestemd
15 tegengestemd
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengestemd
23 tegengestemd
24 tegengestemd
25 tegengestemd
26 tegengestemd
27 tegengestemd
28 tegenstemmen
29 tegenstemmen
30 tegenstemmen
31 tegenstemmen
32 tegenstemmen
33 tegenstemmen
34 tegengestemd
35 tegengestemd
36 tegengestemd
37 tegengestemd
38 tegengestemd
39 tegengestemd
40 tegenstemmen
41 tegenstemmen
42 tegenstemmen
43 tegenstemmen
44 tegenstemmen
45 tegenstemmen
46 tegengestemd
47 tegengestemd
48 tegengestemd
49 tegengestemd
50 tegengestemd
51 tegengestemd
52 tegen
tegenwerpen (84) | Verb
1 tegenwerpen
2 tegenwerpend
3 tegengeworpen
4 tegen
5 tegen
6 tegen
7 tegen
8 tegen
9 tegen
10 tegengeworpen
11 tegengeworpen
12 tegengeworpen
13 tegengeworpen
14 tegengeworpen
15 tegengeworpen
16 tegen
17 tegen
18 tegen
19 tegen
20 tegen
21 tegen
22 tegengeworpen
23 tegengeworpen
24 tegengeworpen
25 tegengeworpen
26 tegengeworpen
27 tegengeworpen
28 tegenwerpen
29 tegenwerpen
30 tegenwerpen
31 tegenwerpen
32 tegenwerpen
33 tegenwerpen
34 tegengeworpen
35 tegengeworpen
36 tegengeworpen
37 tegengeworpen
38 tegengeworpen
39 tegengeworpen
40 tegenwerpen
41 tegenwerpen
42 tegenwerpen
43 tegenwerpen
44 tegenwerpen
45 tegenwerpen
46 tegengeworpen
47 tegengeworpen
48 tegengeworpen
49 tegengeworpen
50 tegengeworpen
51 tegengeworpen
52 tegen
tegen (57) | Preposition
tegen
tegen (6) | Adverb
tegen
tegen (93) | Noun
tegen
tegen (4) | Adjective
tegen
tijgen (114) | Verb
1 tijgen
2 tijgend
3 getogen
4 getegen
5 tijg
6 tijgt
7 tijgt
8 tijgen
9 tijgen
10 tijgen
11 getogen
12 getegen
13 getogen
14 getegen
15 getogen
16 getegen
17 getogen
18 getegen
19 getogen
20 getegen
21 getogen
22 getegen
23 toog
24 toog
25 toog
26 togen
27 togen
28 togen
29 getogen
30 getegen
31 getogen
32 getegen
33 getogen
34 getegen
35 getogen
36 getegen
37 getogen
38 getegen
39 getogen
40 getegen
41 tijgen
42 tijgen
43 tijgen
44 tijgen
45 tijgen
46 tijgen
47 getogen
48 getegen
49 getogen
50 getegen
51 getogen
52 getegen
53 getogen
54 getegen
55 getogen
56 getegen
57 getogen
58 getegen
59 tijgen
60 tijgen
61 tijgen
62 tijgen
63 tijgen
64 tijgen
65 getogen
66 getegen
67 getogen
68 getegen
69 getogen
70 getegen
71 getogen
72 getegen
73 getogen
74 getegen
75 getogen
76 getegen
77 tijg
tijgen (9) | Verb
1 aantijgen
2 aantijgend
3 aangetogen
4 aangetegen
5 tijg
6 tijgt
7 tijgt
8 tijgen
9 tijgen
10 aangetogen
11 aangetegen
12 aangetogen
13 aangetegen
14 aangetogen
15 aangetegen
16 hebben
17 aangetegen
18 hebben
19 aangetegen
20 hebben
21 aangetegen
22 aangetogen
23 aangetegen
24 aangetogen
25 aangetegen
26 aangetogen
27 aangetegen
28 aangetogen
29 aangetegen
30 aangetogen
31 aangetegen
32 aangetogen
33 aangetegen
34 aantijgen
35 aantijgen
36 aantijgen
37 aantijgen
38 aantijgen
39 aantijgen
40 zal
41 aangetegen
42 zult
43 aangetegen
44 zal
45 aangetegen
46 zullen
47 aangetegen
48 zullen
49 aangetegen
50 zullen
51 aangetegen
52 zou
53 zou
54 zou
55 zouden
56 zouden
57 zouden
58 zou
59 aangetegen
60 zou
61 aangetegen
62 zou
63 aangetegen
64 zouden
65 aangetegen
66 zouden
67 aangetegen
68 zouden
69 aangetegen
70 tijg