| |||
in stukken snijden; het uitsnijden | |||
onderverdeling f | |||
uitstansen; ponsen | |||
toegestelde drukvorm; toestellen van een drukvorm | |||
cutting m | |||
uitsnijden n | |||
stansen | |||
het stansen | |||
partitioning m | |||
knippen | |||
afbramen met snij-ijzer; het afsnijden | |||
woordverminking; spraak-clipping f; spraakverminking | |||
| |||
afknippen | |||
| |||
splitsing in micro-thema's |
découpage : 172 phrases in 30 subjects |