DictionaryForumContacts

   German
Google | Forvo | +
noun | verb | to phrases
putzen n
construct. snoeien van bomen (Bäume); opsnoeien (die unteren Äste); opzuiveren; onthaarden
putzen v
agric. poetsen; wrijven
Putzen v
agric. poetsen; verzorging
chem. afvalschijf
immigr., tech. spanjolen
industr., construct. garneren; opmaken
met. grof afbramen
Putz v
construct. pleisterlaag; bepleistering; pleisterwerk
Putzer v
industr., construct. draadreiniger
lab.law. afbramer
met. gietstukkenschoonmaker
Putze v
transp. puts; slagputs
putzer v
gen. poetser; poetsjongen
Putz Verputzmittel v
gen. pleistermateriaal voor de bouw
putzen
: 22 phrases in 7 subjects
Chemistry2
Construction5
General2
Industry5
Information technology1
Metallurgy2
Patents5