| |||
klinken v5r vi; luiden; van bel, fluitje, telefoon enz. gaan; galmen; schallen; weerklinken; van wekker aflopen; i.h.b. van bel rinkelen; klingelen; i.h.b. van klok beieren; slaan; kleppen; van sirene loeien; van wind ruisen; van oren suizen; tuiten; van donderslag rollen; rommelen; befaamd zijn; beroemd zijn; gevierd zijn; vermaard zijn; bekendstaan om |
鳴る : 24 phrases in 1 subject |
General | 24 |