| |||
val n vs; tuimeling f; valpartij; ondergang m; fin. slump; sterke daling; vallen; tuimelen; een val; tuimeling maken; ten val komen; neertuimelen; neervallen; van de trap enz. rollen; de trap enz. afrollen; Belg.N. stuiken; fin., m.b.t. koers sterk dalen |