| |||
bloot adj-na uk; duidelijk zichtbaar; openbaar; publiek m; publiekelijk; open; openlijk; onverholen; onverbloemd; onverheeld; onbewimpeld; onbedekt; onomwonden; vrijuit; openhartig; eerlijk m; ronduit; duidelijk; onmiskenbaar; apert; klaar f; manifest n; evident; uitgesproken; expliciet |
顕 : 94 phrases in 1 subject |
General | 94 |