| |||
gepastheid adj-na n; geschiktheid f; juistheid f; adequatie f; toepasselijkheid f; raakheid; relevantie; pertinentie f; gepast; passend; juist; geschikt; behoorlijk m; geëigend; adequaat; aangewezen; voegzaam m; toepasselijk; treffend; raak; relevant; afdoend; pertinent; naar behoren; naar den eis; geknipt; ad rem |
適切 : 8 phrases in 2 subjects |
General | 5 |
Microsoft | 3 |