| |||
leegloper n; flierefluiter m; lanterfant m; nietsdoener m; baliekluiver m; straatslijper m; dagdief m; slampamper m; losbol m; genotzoeker; genotsmens m; Belg.N. speelvogel; uitgaander m; boemelaar m; bon vivant; pierewaaier m; zwierbol m; libertijn m; rinkelrooier m; viveur; form. mauvais sujet; Barg. passagierder; gew. kwispel; gew. raveel; gokker m; speler m; dobbelaar m | |||
lichtmis m |