| |||
spatten v1 vi; laten spatten; bespatten; doen opspatten; springen; opspringen; wippen; huppen; hippen; stuiten; opstuiten; opspatten; spetten; spetteren; ton. aflopen; sluiten; eindigen; uitgaan; voorbij zijn; markt, koers omhoogspringen; plots stijgen; de hoogte ingaan; omhoogschieten |
跳 : 6 phrases in 1 subject |
General | 6 |