gen. |
onderzoeken v1 vt; onder de loep nemen; navorsen; onderzoek doen (naar); investigeren; nasporen; naspeuren; bekijken; bestuderen; nagaan; naslaan (in); i.c.m. 辞書を er op naslaan; raadplegen; i.c.m. 単語を opzoeken; controleren; checken; toetsen; natrekken; verifiëren; narekenen; testen; inform., contam. nachecken; nakijken; nazien; doornemen; doorkijken; keuren; monsteren; inspecteren; doorzoeken; visiteren; verhoren; ondervragen; aan de tand voelen; uitvragen; uithoren; m.b.t. muziekinstrument stemmen; bespelen |