| gen. |
ding n uk; voorwerp n; zaak f; aangelegenheid f; affaire f; omstandigheid f; belang n; probleem n; vraagstuk n; kwestie f; vraag f; feit n; feitelijkheid f; omstandigheden n; toestand van een zaak; staat van zaken; toestand m; situatie f; geval n; voorval n; incident n; onverwachte gebeurtenis; ongewone gebeurtenis; ongeluk n; ongeval n; tegenspoed m; pech m; onheil n; moeilijkheid m; verwikkeling f; werk n; werkzaamheid f; ambtelijke werkzaamheid; functie f; taak f; opdracht f; plicht m; wat van iemand geëist wordt; oorzaak f; motief n; reden f; beweeggrond m; ervaring f; ondervinding f |
