| |||
goed adj-na n-adv n uk; fijn; mooi; prachtig; magnifiek; schitterend m; lekker m; heerlijk; ten zeerste; zeer; erg m; geweldig; in hoge mate; ruimschoots; rijkelijk; overvloedig; buitengewoon; buitengemeen; enorm f; aardig m; nogal; tamelijk; vrij f; vrij wat; redelijk; in redelijk hoge mate; behoorlijk m; best f; structuur f; constructie f; bouwsel n; bouw m; geraamte n; kader n; steun m; stut m; spant n; opbouw m (van een verhaal); plot; verwikkeling f (van een verhaal) |