| |||
besparing n vs; bezuiniging f; uitsparing m; economisering f; zuinigheid f; beknibbeling f; versobering f; bekrimping f; besnoeiing f; reductie f; beperking f; bekorting f; besparen; bezuinigen; economiseren; uitsparen; sparen (op); zuinig zijn; omspringen; omgaan (met); het zuinig aanleggen; zuinigheid betrachten; spaarzaam zijn (met); beknibbelen; bekrimpen; versoberen; besnoeien; reduceren; beperken; bekorten |