gen. |
denken v1 vt; nadenken; vermoeden m; van mening zijn dat; van plan zijn te doen; denken te gaan doen; verwachten; hopen; concluderen; oordelen dat; denken dat; beschouwen als; aanmerken als; zien als; achten; zich aanrekenen als; tot; voorzichtig zijn; goed nadenken; in overweging nemen |