| |||
plantk. zaad n; kern f; 林檎 オレンジの pit; 核果の steen; gew. baak; semen; sperma; geslacht n; stam m; i.h.b. nakomeling; kroost n; veroud., lit.t. teelt; fig. kiem; fig. bron; i.h.b. reden (tot); materiaal n; ingrediënt; stof f (tot praatjes enz.); onderwerp n; 手品の truc; clou m | |||
| |||
gevarieerd adj-na adj-no adv n; divers; uiteenlopend; verschillend m; verscheiden; allerlei; velerlei m; allerhande; velerhande; van allerlei slag; soorten; veelsoortig; onderscheiden | |||
Japanese thesaurus | |||
| |||
いろいろ |
種 : 273 phrases in 5 subjects |
Biology | 1 |
General | 242 |
Microsoft | 27 |
Obsolete / dated | 2 |
Sports | 1 |