gen. |
vreselijk adj-i uk; verschrikkelijk; eng; afschuwelijk; afgrijselijk; afgrijslijk; gruwelijk m; akelig; beangstigend; angstaanjagend; affreus; schrikwekkend; vreeswekkend; afschuwwekkend; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; griezelig; luguber; naar m; macaber; onthutsend; ontstellend; ontzaglijk; ontzagwekkend; ontzettend; erg m; verpletterend; enorm f; overweldigend; ellendig; geducht; formidabel; reusachtig; hels; razend; fig. moorddadig; geweldig; fantastisch; prachtig; knap m; buitengewoon (goed) |