| |||
schaterlach n vs; bulderlach m; lachsalvo n; lachuitbarsting m; proestlach; uitbundig gelach; luidruchtig gebrul; gegier n; geschater n; in luid gelach uitbarsten; keihard in de lach schieten; gieren van het lachen; het uitproesten; uitschateren (van het lachen) |