| |||
chaotisch n adj-no; ongeordend; wanordelijk; verward; confuus; onrustig; turbulent; woelig; roerig; roezig; Chin. myth. chaos; oersoep m; baaierd m; ongevormde massa; verwarring f; wanorde f; beschadiging wegens onnodige bemoeienis; inmenging die meer slecht dan goed doet 1; Chin. myth. Hùndùn (naam van een Oudchinese centrale godheid) |
混 : 47 phrases in 1 subject |
General | 47 |