| |||
verbruik n vs; vertering f; uitputting f; uitmergeling f; slijting m; sleet f; slijtage f; i.h.b. uittering; i.h.b. wegtering; verbruiken; opgebruiken; opteren; verteren; opmaken n; uitputten; uitmergelen; slijten; doen wegteren; Belg.N. opdoen; i.h.b. uitteren | |||
marasme n |