DictionaryForumContacts

   Japanese
Google | Forvo | +
殪れる
gen. vallen v1 vi; omvallen; onderuitgaan; omgaan; omslaan; 後ろに achteroverslaan; neervallen; あおむけに achterovervallen; neertuimelen; kiepen; neergaan; neerkomen; omvergaan; neerzijgen; omtuimelen; omvertuimelen; tuimelen; omkantelen; omverkantelen; kantelen; omwippen; omduikelen; duikelen; inform. omkiepen; omkieperen; inform., scherts. omkukelen; 建物が omstorten; instorten; ineenstorten; tegen de vlakte gaan; 船が kapseizen; kenteren; 稲が gaan legeren; erbij neervallen; inklappen; ineenzakken; inzakken; in elkaar zakken; in elkaar klappen; afknappen; het begeven; een instorting; inzinking krijgen; plat gaan; 病に ziek worden; bezwijken; omkomen; overlijden; sterven; doodvallen; eraan gaan; de dood vinden; aan zijn einde komen; om het leven komen; form., w.g. succumberen; i.h.b. sneuvelen; in het stof; zand bijten; ten val komen; te gronde gaan; ten onder gaan; tenietgaan n; het afleggen tegen; een nederlaag lijden; failliet gaan; failleren; bankroet gaan; buitelen; over de kop gaan; eronderdoor gaan; op de fles; flacon gaan; springen; een sprong door de ton doen; zich ruïneren; de boeken neerleggen
obs. naar Vianen gaan
sport. verliezen