| |||
draaien v5r vt uk; wringen; aandraaien; zijn haar rond zijn vingers krullen; i.h.b. effect geven (aan een bal); zijn hersens enz. pijnigen; iemands arm, een kip de nek enz. omdraaien; verwringen; zijn enkel e.d. verdraaien; een geestesproduct uitdenken; uitbroeden; uitwerken; makkelijk verslaan; met gemak kloppen |