| |||
kennis n vs; besef n; bewustzijn n; bewustheid f; onderkenning; toestemming f; instemming f; inwilliging f; goedkeuring f; akkoord n; begrijpen; weten; kennen; beseffen; inzien; onderkennen; snappen; verstaan f; zich bewust zijn van; instemmen (met); akkoord gaan; toestemmen (in); inwilligen; ingaan op; toestaan f; toelaten; goedkeuren; zijn fiat; goedkeuring geven aan; accepteren; over zijn kant laten gaan; inform. pikken |