gen. |
zonder enige reserve adv; terughoudendheid; zonder enig voorbehoud; zonder aarzelen; vrijelijk; vrij f; ronduit; rechtuit; openhartig; onbeschroomd; zonder schroom; onbevangen; onbevreesd; onbezorgd; zonder zich zorgen te hoeven maken; vrij van zorgen; onbekommerd; kommerloos; gerust; in alle rust; gemoedsrust f |