| |||
losgaan v5m vi; loskomen; losraken; losser worden; gaan loszitten; Belg.N. lossen; ontspannen; verslappen; verminderen; afnemen; slappen; slabakken; verflauwen; vervlakken; kwijnen; スピードが minderen; 勾配が minder steil; scherp worden; 氷が smelten; 気が relaxen; ontstressen; fig. de teugels vieren; m.b.t. aandacht scherpte; intensiteit verliezen |