DictionaryForumContacts

   Japanese
Google | Forvo | +
引っ懸ける
gen. ophangen v1 vt (aan); hangen (aan); i.h.b. vasthaken; aantrekken; een trui enz. aanschieten; zijn kleren aangooien; spatten (op); bespatten; spetten; plassen; een vloeistof uitstorten; een drankje achteroverslaan; in één teug legen; er eentje achterovergooien; strikken; vangen; verstrikken; verschalken; verlokken; beetnemen; bedotten; om de tuin leiden; in de val laten lopen; iem. in de luren leggen; aanrijden; omverrijden; grijpen