| |||
lopen om v5r vi; gaan om; draaien om; cirkelen om; ronddraaien; omringen; omgeven; circuleren; omlopen; rondgaan; een cyclus vormen; zich herhalen; regelmatig terugkeren; roteren; rondlopen; rondtrekken; rondreizen; ronddrentelen; heen en weer gaan; te maken hebben met ~; omtrent ~; in verband met ~; betreffende ~; over ~ |
巡 : 28 phrases in 3 subjects |
Avuncular | 12 |
General | 15 |
Sports | 1 |