| |||
rijk zijn v5m vi (aan); vermogend zijn; welvoorzien zijn (van); een overvloed hebben van; een schat bezitten (aan van); een grote hoeveelheid ~ hebben; een rijke ~ hebben; goed voorzien zijn van; een grote dosis ~ hebben; vol zijn van; wemelen van; uitpuilen van |
富 : 14 phrases in 1 subject |
General | 14 |