| |||
woning n; huis n; behuizing f; thuis n; 後ろの achterhuis; huishouden; familie f; zijn familie; zijn verwanten; geslacht n; stamhuis n | |||
| |||
-huis suf; beoefenaar van sport; beoefenaar van kunst; expert in ~ | |||
| |||
a. -ij suf (suffix ter aanduiding van een winkel of (horeca)zaak); b. -er; -cien (suffix ter aanduiding van een uitoefenaar van een beroep); c. -eling (geringschattend of zelfspottend suffix voor een beoefenaar of amateur); d. -aard (duidt een persoon met een bepaalde neiging of een bepaald karakter aan); e. -ya (suffix toegevoegd aan de schuilnaam van een acteur, letterkundige enz. bv. Suzu-no-ya 鈴屋, i.e. Motoori Norinaga 本居宣長) |
家 : 688 phrases in 5 subjects |
Abbreviation | 2 |
General | 674 |
Microsoft | 2 |
Obsolete / dated | 6 |
Proverb | 4 |