| |||
aanverwant n adj-no; aangetrouwd; aangehuwd familielid; aangetrouwde; aangehuwde familie; schoonfamilie f; aanverwanten; familie van de koude kant; w.g. namaag; geparenteerd; form. aangehuwd; gew. van de koude kant; gew. wild | |||
vermaagschapt |
姻 : 14 phrases in 1 subject |
General | 14 |