| |||
enorm adj-na adv n; geweldig; ontzaglijk; immens m; machtig; gigantisch f; formidabel; ontzettend; indrukwekkend; grandioos; groots; voortreffelijk; voornaam m; hoog; overdreven; overtrokken; opgeklopt; sterk m; kras f; ongelooflijk; geëxalteerd; heel m; heel erg; zeer; buitengewoon; vreselijk; buitengemeen; uitermate; uiterst; hoogst; ongemeen; zo f; hooglijk; verschrikkelijk; buitenmate; bovenmate; inform. hartstikke |