DictionaryForumContacts

   Japanese
Google | Forvo | +
堕ちる
gen. vallen v1 vi; ten val komen; neerstorten; neerdonderen; in het stof bijten; tuimelen; duiken; een duik nemen; omvallen; invallen; instorten; in elkaar vallen; in elkaar storten; m.b.t. zon, maan etc. ondergaan; achter de horizon verdwijnen; zakken; niet slagen (bij een examen); stralen; bakken; buizen; falen; sjezen; afgaan; weglaten; uitvallen; achterwege laten; ontbreken; niet gebruiken; verkleuren; verschieten; verbleken; bleek worden; vervalen; valer worden; in de handen van de vijand vallen; ingenomen worden; raken bij; verloren gaan; te gronde gaan