gen. |
het praten n; praat m; praatje n; praats; opmerking f; zeggen; woord n; woordje m; gesprokene n; w.g. spraak; w.g. zegsel; gesprek n; conversatie f; onderhoud n; babbel m; propoost m; i.h.b. overleg; onderwerp n (van gesprek); topic; verhaal n; vertelling f; relaas n; historie f; story; geschiedenis f; vertelsel n; verslag n; w.g. verhaling; geklets n; gebabbel n; gerucht n; smoesje n; Bar. kabielesementje; roddel m; on-dits; geval n; affaire f; kwestie f; zaak f (gebruikt als keishiki meishi 形式名詞) |