| |||
geven v1-s vt uk; schenken; aanbieden; cadeau doen; verlenen (aan een persoon die met de spreker samenvalt, tot de groep van de spreker behoort, of waarmee de spreker zich identificeert); zo vriendelijk zijn te ~; de moeite doen te ~ (na de て-form van een werkwoord voor een persoon die met de spreker samenvalt, tot de groep van de spreker behoort, of waarmee de spreker zich identificeert) |