| |||
het afstuderen n vs adj-no; het behalen van een diploma; bul m; getuigschrift n; titel m; afronding f; voltooiing van zijn studie; afstuderen n; een diploma; titel behalen; zijn studie afronden; afmaken n; voltooien; van school gaan; afgaan van; fig. ontgroeien (aan); i.h.b. te oud; groot worden (voor); i.h.b. genoeg krijgen van; i.h.b. welletjes vinden |
卒業 : 4 phrases in 1 subject |
General | 4 |