| |||
intelligent adj-na n; knap m; slim; wijs f; snugger; verstandig; bijdehand; bevattelijk; schrander; pienter; ad rem; gevat; vlug; clever f; gis f; kien; vernuftig; kies f; fijnzinnig; tactvol f; wetend hoe te handelen; handig; goochem; gewiekst; uitgeslapen; van wanten weten; braaf; keurig |
利巧 : 13 phrases in 1 subject |
General | 13 |