| |||
plotseling adj-na n; plots; opeens; zomaar ineens; eensklaps; scherts. plotsklaps; onverwachts; onvoorziens; schielijk m; abrupt; onverhoeds; onaangekondigd; onaangediend; onaangemeld m; out of the blue; zomaar; veroud., gew. subiet |
出し : 288 phrases in 2 subjects |
General | 266 |
Microsoft | 22 |