| |||
koelbloedig adj-na n; koel f; kalm f; bedaard; beheerst; rustig; bezadigd; onaangedaan; sereen; onverstoorbaar f; flegmatisch f; flegmatiek m; gelijkmatig; gelijkmoedig; kalmte f; koelbloedigheid f; bedaardheid f; zelfbeheersing f; rust f; onverstoorbaarheid f; tegenwoordigheid van geest; bezadigdheid f; flegma n; contenantie; contenance f |