| |||
trotseren v5s vt; tarten; uitdagen; het hoofd bieden; braveren; 危険を lopen; riskeren; wagen m; op het spel zetten; in de waagschaal stellen; schaden; treffen n; schenden; ontheiligen; profaneren; ontwijden; desacraliseren; violeren; afbreuk doen aan; lasteren; veroud., lit.t. schennen; 姓を aannemen; voeren; dragen; i.h.b. claimen; usurperen; zich aanmatigen; zich uitgeven voor | |||
aantasten |