| |||
samen adv uk (met); met f; in gezelschap van; vergezeld van; gezamenlijk n; te zamen; gemeenschappelijk; na telw. alle ~; zowel ~ als ~; gelijk; op dezelfde manier; gelijkelijk m; tegelijk; tegelijkertijd met | |||
mede m |
共に : 2 phrases in 1 subject |
General | 2 |