gen. |
vertegenwoordiging n vs adj-no; representatie f; vertegenwoordiger m; representant m; afgevaardigde m; gedelegeerde m; delegaat m; deputaat m; verzameln. afvaardiging; verzameln. delegatie; verzameln. deputatie; i.h.b., sportt. selectie; exponent m; kenmerkende vertegenwoordiger; typisch geval; schoolvoorbeeld n; paradigma n; model n; vertegenwoordigen; representeren; optreden (voor namens); prototypisch zijn (voor); representatief zijn (voor); bij uitstek een voorbeeld zijn (van); symboliseren; typeren; karakteriseren; kenmerken; kentekenen; kenschetsen; karakteristiek zijn (voor) |