| |||
beëindigen v1 vt; afmaken n; afwerken; volbrengen; voltooien; afkrijgen; klaarkrijgen; de laatste hand leggen aan; tot een eind brengen; afronden n; completeren; Belg.N. komaf maken met; Belg.N. finaliseren |
仕上げる : 2 phrases in 1 subject |
Microsoft | 2 |