gen. |
gemeen adj-na n adj-no; laag f; ordinair n; min f; plat n; vulgair; grof; onbehouwen; boers; lomp f; plebejisch; gemene; minne kerel; boer m; kinkel m; boerenkinkel m; lomperd m; lomperik m; lummel m; pummel m; vlegel m; min. proleet; volkst. hufter; inform. vlerk; scheldw. heikneuter; gew. kalf; gew. kneukel; verzameln. lieden van laag allooi; lagere volksklassen; slecht volk; klootjesvolk n; tuig n; plebs n; gepeupel n; gespuis n; grauw m; schorem n; canaille n; gajes; gebroed n; janhagel m; racaille f; rapaille n; tinnef; Belg.N. crapuul; inform. falderappes |