| |||
afdalen v1 vi; neerdalen; naar beneden komen; afgaan; zich naar beneden begeven; afklimmen; afklauteren; 馬から van een paard stijgen; afkomen; afstijgen; afstappen; 幕が vallen; uit een voertuig stappen; uitstappen; uitstijgen; 鳥が na een vlucht zich neerzetten; neerstrijken; landen; zich vormen; zich vertonen; 霜が rijpen; gew. rijmen; 露が dauwen; een miskraam hebben; een abortus hebben; een expulsie hebben; uit het lichaam afgescheiden worden; uitgescheiden worden; als excretie het lichaam verlaten; in het midden van iets opgeven; ophouden; uitvallen; 許可証が verleend worden; uitgereikt worden; afgegeven worden; verstrekt worden; Belg.N. afgeleverd worden; 年金が toegekend worden; toegestaan worden |
下りる : 51 phrases in 1 subject |
General | 51 |