gen. |
drie topfuncties n; topposten; drie hoogste titels; drie belangrijkste ambten; functies; rollen n; Jap.gesch. de ambten van kanjōbugyō 勘定奉行; kanjōginmiyaku 勘定吟味役 en kanjōkumigashira 勘定組頭 tijdens het Edo-shogunaat; Jap.gesch. college van nanushi 名主; kumigashira 組頭 en hyakushōdai 百姓代 (= dagelijks bestuur van een Japanse gemeente in de Edo-periode); nō-jargon waki-acteur; nō-orkest en kyōgen-acteurs; m.b.t. theeceremonie gezelschap bestaande uit de gastheer (teishu 亭主); eregast; hoofdgast shōkyaku 正客 en thee-assistenten (o-tsume お詰め of makkyaku 末客); sumō-jargon drie hoogste titels binnen het sumoworstelen; m.n. de ōzeki 大関-; sekiwake 関脇- en komusubi 小結-worstelaars; m.b.t. vennootschappen, politieke partijen, verenigingen enz. drie kopstukken; drie belangrijkste figuren; grote drie; driemanschap n; Jap. gesch. naam van drie soorten rechtstreeks door het Edo-shogunaat opgelegde extra belasting; m.n. samengesteld uit de otenmashukunyūyō 御伝馬宿入用; de rokushakukyūmai 六尺給米 en de okuramaenyūyō 御蔵前入用 |